Cultuur in vertaling
16 feb
Eén van de leukste, maar ook moeilijkste kanten van het vertaalvak is het vertalen van cultuurgebonden elementen. Ten eerste moet je als vertaler zowel je doeltaal en -cultuur als je brontaal en -cultuur goed begrijpen en kennen, maar met begrip alleen kom je er niet: sommige zaken zijn nu eenmaal niet bekend over de grens en daardoor ook lastig te vertalen. Denk maar eens aan feesten als Sinterklaas en Koninginnedag (of moet ik alvast schrijven “Koningsdag”?), uitdrukkingen als “Holland op z’n smalst” of (sport)evenmenten als de Elfstedentocht en Vlaggetjesdag. Je komt dit soort dingen zowel in literaire als zakelijke vertalingen tegen.
Hoewel de vertaaloplossing niet altijd eenvoudig te vinden is, is kennis wel altijd de basis, want als je de brontekst niet begrijpt kan je in elk geval geen goede doeltekst produceren! Daarom vind ik het ook zo leuk dat ik nu tegelijkertijd bezig ben met een master Literair Vertalen, waarin dit soort zaken veelvuldig aan de orde komt, en met het schrijven van een module Socio-Culturele Aspecten. Die module is in dit geval bedoeld voor een lerarenopleiding, maar ook voor leraren geldt: je kunt het pas overbrengen als je het zelf begrijpt. Zo ben ik tegelijk bezig met de kennisbasis en met de praktische toepassing.
Ook voor de auteur van een tekst is het heel bijzonder om te zien hoe de vertaler omgaat met zijn werk. In 2003 ging Cees Nooteboom in gesprek met zijn vertalers. Naar aanleiding daarvan verzamelden Heili Verstraete, Stefaan Evenepoel en Guy Roorick een interessante bundel artikelen met de titel “Taal en Cultuur in vertaling: de wereld van Cees Nooteboom”. Het boek is niet meer verkrijgbaar in de handel, maar gelukkig nog wel grotendeels te lezen via Google Books.